Waar we niet dood van gaan

Het boek “What Doesn’t Kill Us” van Scott Carney traceert onze evolutionaire reis terug naar een tijd waarin overleving afhing van hoe goed we ons aanpasten aan de omgeving om ons heen. Onze voorouders doorkruisten de Alpen in dierenhuiden en koloniseerden de Nieuwe Wereld in lendendoeken. Ze ontweken roofdieren en bouwden beschavingen met alleen hun rauwe denkkracht en innerlijke weerbaarheid.

Maar de dingen zijn veranderd want nu vluchten we in troost. Vandaag de dag leven we in de greep van constante klimaatbeheersing en doen intensieve lichaamsbeweging-oefeningen alleen als onze kantoorroosters het toelaten. De technologieën die we gebruiken om ons bestaan comfortabel te maken zijn zo allesomvattend geworden dat ze de biologische link naar een veranderende omgeving doorbreken. Nu haten we de kou en de hitte, lijden we aan auto-immuunziekten, en velen van ons hebben chronisch overgewicht. De meesten van ons realiseren zich niet eens dat natuurlijke variatie – zweten en rillen – eigenlijk goed voor ons is: gebrek aan blootstelling aan de elementen kan zomaar weleens een negatieve bijdrage leveren in de neergang van de fysieke weerbaarheid van een mens. Scott Carney is geïnteresseerd hoe we enige ontberingen van de prehistorische mens kunnen reproduceren en integreren in ons hedendaagse leven, met als doel een sterker en weerbaarder mens te worden. Rode draad in “What Doesn’t Kill Us” van Scott Carney is zijn ervaringen met (de ademhalingstechniek en koude-training van) de Wim Hof methode: het boek begint en eindigt er mee.

Tussendoor beschrijft hij o.m. uitstapjes naar een wetenschapper in dienst van het Amerikaanse leger die onderzoek doet naar trainingen van elitekorpsen in extreme condities. Er is een hoofdstuk gewijd aan de – geavanceerde maar experimentele – trainingsmethoden van een beroemde surfer door krachttraining onderwater. Er wordt een participerend bezoek gebracht aan de allereerste koud-weer survival hindernisbaan (denk aan in de vrieskou een touwwand beklimmen nadat je net door een modderbad bent heen geworsteld). Het laatste hoofstuk beschrijft de beklimming van de Kilimanjaro samen met een groep o.l.v. Wim Hof, waarbij de gedachte aan een recordpoging om binnen de kortste tijd boven te komen (die zich vastgezet heeft in het brein van Wim Hof) een mini-drama binnen het grotere verhaal vormt.

Het boek moet het duidelijk hebben van Scott Carney’s actieve participatie in de diverse uitdagende omstandigheden waaraan hij zich overgeeft, maar zijn heldere beschrijvingen van rake observaties en overdenkingen dragen in hoge mate bij aan de levendigheid van het proza. Het boek heeft een doortimmerde structuur en is een aanrader voor iedereen die de oermens wilt bevrijden die diep binnen in zich opgesloten zit.

Links

Gerelateerd

Nieuwsbrief

Contact

ga naar boven