Covid-19 dwingt ons om het stimuleren van een gezonde levensstijl tot topprioriteit te maken
Wanneer alle beschikbare intensive cares bijna volledig in gebruik zijn, welke patiënt gaat een arts dan helpen als die moet kiezen “tussen een 85-jarige vrouw die nooit eerder een beroep op de gezondheidszorg gedaan heeft door een hele bewuste, gezonde leefstijl, en een 58-jarige man, met zwaar overgewicht en diabetes dan wel een actieve roker met zwaar COPD (ongeneeslijke aandoening van de longen)”?
Remko Kuipers en Martijn van Winkelhof beschrijven in een opiniestuk in het NRC een prikkelend maar urgent ethisch dilemma. Vooral ongezonde mensen belanden met Covid-19 op de IC. Preventie loont meer dan behandelen stellen ze in een opinie stuk in het NRC
Stel je je eigen leven in de waagschaal voor iemand die in diens eigen leven geen interesse in een gezonde leefstijl heeft getoond en ergo het risico (en de kosten) daarvan op de maatschappij heeft afgewend?
Dit roept veel vragen op. Hoe lang kunnen we het ons als maatschappij veroorloven de liberale moraal hoog in het vaandel te houden wat maakt dat het taboe is om iemand aan te spreken op een ongezonde levensstijl? Was deze liberale moraal eigenlijk altijd al niets anders dan een houding die lafheid en/of onverschilligheid t.o.v. de ongezond levende medemens moest maskeren, en een houding die we ons nu niet langer meer kunnen permiteren? Maar ook: in hoeverre is een ongezonde levensstijl een bewuste en een werkelijk vrije keuze? Welke rol speelt sociale afkomst, genoten opleiding en inkomen daar in? Waar of wanneer begint voor een individu de persoonlijke verantwoordelijkheid om goed voor zichzelf te zorgen (denk aan ouders die hun kinderen opvoeden met onvolwaardig, ultrabewerkt voedsel).